In elke katholieke kerk wordt met Kerst de kerststal opgebouwd.
Een kerststal met de voorstelling van Jozef met Maria en het pasgeboren kindje Jezus. Deze zijn omringd door de ezel en de os en zeker niet te vergeten de schaapherders met hun kudde. Drie wijzen uit het oosten, Balthasar Melchior en Caspar, kwamen het pasgeboren kind opzoeken. Nu was onze kerststal, een boerderij die al jarenlang is opgebouwd aan slijtage onderhevig. Op aandringen van de vrijwilligers die deze opbouwden werd de boerderij dan ook vervangen. Er moest iets nieuws voor komen. Eén van de trouwe opzetters van de kerststal (Jans Oving) stelde voor om een nieuwe kerststal te maken. Nu wil het dat een aantal parochianen naar Israël in de stad Bethlehem zijn geweest en daar kregen zij een heel andere indruk van hoe het toch eigenlijk destijds moest zijn geweest. Er stonden geen boerderijen op de herdersvelden, maar er waren wel hutten en grotten waarin de mensen en de dieren verbleven. De nieuwe kerststal moest dus voldoen aan onze nieuwe indrukken die we daar hebben opgedaan. Zo is de kerststal veranderd en krijgen we nu meer gevoel voor de omstandigheden waarin Jezus is geboren.