Werk aan de winkel in de geitenhouderij

Tekst: Esselien de Groot

Gerben Elzing en Jan Wennij hadden plannen om samen een melkveebedrijf te bouwen aan de Oldenhuis Gratamaweg in Schoonebeek. De fosfaatregeling gooide echter roet in het eten en de mannen gooiden het over een andere boeg. Op 16 december van het afgelopen jaar kwamen er 550 geiten in de stal, die allemaal nog moesten lammeren.

Gerben Elzing (l) en Jan Wenny
Foto: Ida Hylkema Tekstproducties

Leerproces
De lammertijd is nu aangebroken en dat betekent werk aan de winkel voor Elzing en Wennij. Elzing had nog een parttime baan, maar heeft die opgezegd vanwege alle drukte. Het bedrijf draait dus inmiddels op volle toeren. “Het is een leerproces”, aldus Elzing. “Learning by doing, zeg maar. Wij hebben in de aanloop naar dit nieuwe bedrijf veel begeleiding en steun van Agrifirm gehad en ook hebben ze geholpen bij de opstart.”

Aandacht
De geiten verdienen aandacht en krijgen die volop. Voornamelijk gaat het om witte melkgeiten. Uiteraard zijn zij ingeënt, zodat de Q-koorts er niet kan uitbreken. Het is de bedoeling om in de toekomst aan eigen opfok te doen, maar in deze beginfase nemen Wennij en Elzing de tijd om in hun bedrijf te groeien. Ook omdat het houden van geiten heel anders is dan het houden van koeien.

Fosfaatrechten
Gerben Elzing had eerder een akkerbouwbedrijf met zijn oom, Jan Wennij had een melkveebedrijf met twintig koeien. Zij besloten zo’n tien jaar geleden samen te werken om te komen tot een nieuw melkveebedrijf. “Eind 2014 werd het bestemmingsplan gewijzigd ten behoeve van dit bedrijf. Kort erna speelden de fosfaatrechten een rol en het bleek dat we heel veel fosfaatrechten bij moesten kopen.”

Plannen
Toen al ontstond het idee voor een geitenhouderij. “Maar destijds”, vervolgt Elzing, “waren vraag en aanbod in balans en werden geen nieuwe geitenboeren toegelaten. De geitenboeren waren met name in Friesland en Noord-Brabant gevestigd.

De vraag naar geitenmelk steeg echter en in andere provincies was groei niet mogelijk. In 2018 werden wij gebeld door Holland Goat Milk -onderdeel van Ausnutria- of we interesse hadden. Dat was het geval, we besloten de sprong te wagen.” Zo werden de plannen ontwikkeld. “We bezochten geitenboerderijen en lieten een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren, met hulp van Agrifirm.”

Duurzame veehouderij
De vergunning werd aangevraagd en vrij snel, binnen vijf maanden, verleend voor 1130 geiten en 400 lammeren. De stal werd gebouwd voor de geiten, die in een potstal lopen. “Dat betekent, dat op de vloer een laag strooisel is aangebracht.” Het bedrijf voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. De stal is geïsoleerd en er zijn meer watervoorzieningen dan in een reguliere stal.

Zachter
De geitenmelk gaat naar Ausnutria, producent van melkvoeder en flesvoeding. De melk wordt vooral in babyvoeding verwerkt. “De melk wordt vaak gebruikt tegen koemelkallergie. Het is wat zachter en is beter verteerbaar”, aldus Elzing. Geitenmelk is rijk aan voedingsstoffen als vitamines A, D, B1, B2 en B12, mineralen (calcium, fosfor, magnesium, zink en jodium), eiwitten en vetzuren. Het bevat een hoge concentratie nucleotiden, die helpen om het immuunsysteem en de celgroei te ondersteunen.
De geiten worden tweemaal per dag gemolken. “Gemiddeld geven de geiten zo’n 4 liter melk per dag.”