Sinds kort is Bert Bouwmeester onafhankelijk voorzitter van de zogenoemde ontzorgtafel in Schoonebeek. De oliewinning in Schoonebeek is stilgelegd na alle discussies over de waterinjectie. Die vond eerst plaats in het Twentse Rossum en zou voortaan moeten plaatsvinden nabij de olievelden in Schoonebeek.
“Eerst was een vertegenwoordiger van het ministerie van Economische Zaken gespreksleider, maar die staat op afstand en bovendien speelt het ministerie een rol in het hele verhaal”, aldus Bouwmeester, voorheen burgemeester van de gemeente Coevorden.
“Ik ben eind vorig jaar benaderd om de rol als onafhankelijk voorzitter op mij te nemen en de gang van zaken in goede banen te leiden. Er werd gezocht naar een onafhankelijke voorzitter, die wel bekend was met de gemeente en de oliewinning. Zo kwamen ze bij mij terecht. Hoewel opvolgende wethouders in de gemeente Coevorden het dossier volgden, heb ik in 2011 als burgemeester van de gemeente Coevorden samen met Cees Bijl, toen burgemeester van de gemeente Emmen, en gedeputeerde Tanja Klip een klap gegeven op de herstart van de oliewinning in Schoonebeek.”
Voortgang
Tijdens het proces in Schoonebeek staat de vraag centraal hoe de waterinjectie moet plaatsvinden met als uitgangspunt dat de oliewinning wordt hervat. Momenteel is de fase van het maken van afspraken in gang gezet, waarna de operationele fase volgt. “Er is”, aldus Bouwmeester, “behoefte aan voortgang. De NAM komt uiteindelijk met een vergunningaanvraag. De NAM moet dat voornemen tevoren bekendmaken.”
De NAM heeft vier varianten gepresenteerd: zonder waterzuivering injecteren in het lege gasveld (voorkeur NAM), terugwinning van ál het water (levert enorme zoutbergen op) of gedeeltelijke zuivering waarbij het zoute maar nog wel vloeibare materiaal wordt geïnjecteerd in dan wel het gasveld of het olieveld waar het vandaan komt (dat is de circulaire methode).
Bouwmeester is inmiddels bij twee bijeenkomsten van de ontzorgtafel geweest en op woensdag 8 februari was hij present bij de heel drukbezochte publieksbijeenkomst in ‘t Aole Gemientehoes. “Er zijn al vele zaken ter tafel geweest. Zo heeft de heer Colenbrander zijn alternatieve manier van het verwerken van productiewater en de gedeeltelijke herbenutting van het productiewater gepresenteerd.
“Een van de vragen daarbij is”, vervolgt Bouwmeester, “hoe je met hulpstoffen omgaat en wat dat met de bodem doet. Hoe kunnen we dat in de gaten houden? In Limburg zijn bij de mijnbouw afspraken dat lokale en regionale ondernemers direct kunnen worden ingeschakeld bij calamiteiten.”
Bouwmeester stelt: “De NAM heeft zich altijd wel een verantwoordelijk bedrijf getoond, al zijn risico’s onvoorspelbaar.” Hij haalt daarbij het voorval in november 1976 aan toen een nevel van olie, stoom en modder in Schoonebeek belandde doordat de afsluiting van een olieput het had begeven. “De NAM heeft het dorp toen wel snel ontzorgd.”
“Samenleving blijven informeren”
Bouwmeester acht het van het grootste belang de samenleving te blijven informeren, zeker in deze fase. “De voortgang heeft wel gevolgen voor de klankbordgroep. Die moet worden omgevormd tot een rechtspersoon om daadwerkelijk tot afspraken te kunnen komen. De groep moet eensgezind zijn over de thema’s en afspraken die horen bij welke vorm van hervatting dan ook.”
Bouwmeester duidt ook op de flora en fauna. “Hier ligt wel een kans om ruimte en kwaliteit in het gebied te brengen. De periode tot het tijdstip waarop fossiele brandstof niet meer wordt gebruikt, kunnen we benutten voor de overgang naar een nieuwe economie in een aantrekkelijke omgeving met als een van de uitgangspunten het bevorderen van de biodiversiteit. We kunnen daarover nu al afspraken gaan maken met de provincie en de gemeenten Emmen en Coevorden.”