Joke en Koos Huttinga zijn nu halverwege het inrichten van hun nieuwe huis. Het eerste wat mij opvalt is een prachtige tekening van de Willemsbrug in Rotterdam. Ik kan het niet laten om direct te vragen waar zij hiervoor gewoond hebben. Dat blijkt Nieuwerkerk a/d IJssel te zijn geweest. Die plaats kwam een aantal afleveringen van Nieuwe Buren ook al naar voren. En daarnaast zijn er meer afleveringen met mensen die in de Rotterdamse agglomeratie hebben gewoond voor zij naar Schoonebeek kwamen.
De 125 verhuisdozen zijn nu leeg en weer terug naar de verhuizer en nu is het wachten (in verband met de levertijd) op kasten, de bank en nog wat meubelen. “Maar we knijpen elkaar wel eens om zeker te weten dat we niet dromen en dat dit nu echt ons huis is. We hebben nog geen moment spijt gehad”, aldus het paar.
Koos en Joke zijn ongeveer een jaar geleden naar een levensloopbestendige woning gaan zoeken in de omgeving van Enschede. Die omgeving kenden zij van de vakanties die ze daar hebben doorgebracht. Op een gegeven moment hadden ze een afspraak voor de bezichtiging van een bungalow in Hardenberg, randje Overijssel. En twee dagen daarvoor zagen ze de advertentie voor dit huis. Koos heeft de stoute schoenen aangetrokken en de makelaar gebeld met de vraag of zij dit huis op korte termijn konden bezichtigen. Om kort te gaan: dat is gebeurd op een vrijdagavond om 18.00 uur. Joke vult aan: “We hebben niet eens tegen elkaar gezegd ‘dit is het’, we hebben elkaar alleen maar aangekeken; we doen het! Ruud Levelink heeft toen met de eigenaar gebeld en kwam naar ons toe: “Gefeliciteerd”. Toen ging er van alles door ons heen. We zijn toen weer naar huis gereden en we hebben nauwelijks iets gezegd. We waren allebei druk met de gedachten en emoties die de koop van het huis ons bezorgde. Wel hebben we gekeken of alle voorzieningen die wij gewend zijn er ook zijn, maar dat was allemaal prima in orde.”.
Joke en Koos zijn nu aan het ‘drentenieren’. Joke heeft 21 jaar als secretaresse bij een groot bouwbedrijf gewerkt. De laatste jaren heeft zij op locatie aan grote projecten gewerkt. Vooral de zelfstandigheid vond zij geweldig. Heel enthousiast vertelt zij over haar laatste project: de metamorfose van het gebied rondom Rotterdam. Vlak voor de bouwvakvakantie van het afgelopen jaar heeft zij een afscheidsfeest aangeboden gekregen van haar werkgever en de gemeente Rotterdam. En er wordt haar nogal eens gevraagd of zij ‘het westen’ niet mist, maar steevast is het antwoord: “Geen moment!”.
Koos is ooit begonnen bij de PTT, de voorganger van de KPN. In de telecom, alles wat met de telefoonautomaten te maken had. Toen maakte hij de overstap naar de NS, ook in de telecomsector. En de laatste periode werkte hij bij Rijkswaterstaat, de zogenoemde ‘droge tak’. Hij heeft onder andere de uitrol van de verkeerssignalering (matrixborden) onder zijn hoede tot zijn werkzaamheden gehad.
“Ik heb nog geen moment spijt gehad over de verhuizing”, zegt Koos. Toen we hier net waren kregen we van de bewoners van “ons rijtje” een prachtig droogboeket. “En de Jaknikker kennen we ook al, want van de vorige bewoners kregen we er al twee mee en nadat we getekend hadden werden ze maandelijks naar ons opgestuurd. De Jaknikker is een opvallend mooi blad! Dat hoef je in het westen niet te verwachten, dus mogen we hierop best heel trots zijn.”
Het valt ons op dat, als je naar De Pallert gaat, iedereen je groet. “Dat waren we niet gewend”, zegt Joke. De omgeving moeten zij nog helemaal ontdekken (dan staat hen nog heel wat te wachten…)
Koos geeft aan dat hij de diversiteit aan winkels wel mist. Dagelijkse boodschappen haal je bij de winkel van jouw voorkeur. Het zou mooi zijn als er bijvoorbeeld een opticien, een boekhandel en groentewinkel op De Pallert een plaatsje krijgen. De Langestraat in Klazienaveen en de Vaart Zuidzijde in Nieuw-Amsterdam zijn mooie voorbeelden.
Koos constateert dat Schoonebeek een ‘nationaal dorp’ is, daarmee bedoelt hij dat duidelijk blijkt dat er, onder andere door de NAM, veel mensen van buiten deze regio hier zijn komen wonen. Daarom kom je hier toch makkelijker binnen.
“Het zal aan onszelf liggen of wij ons thuis zullen gaan voelen en of Schoonebeek ons dorp gaat worden. Tradities moeten we nog leren kennen; op 11 november werd er aangebeld en stonden er een stuk of zes kinderen die hun Sint-Maartenliedje zongen. En daar sta je dan zonder snoep en de ouders stonden op een afstandje te kijken en hoorbaar te gniffelen. “Ja, dat zijn jullie niet gewend, hè?” Maar Joke heeft het goed kunnen oplossen met een heerlijk speculaasje voor alle kinderen.