“Herdenken is een groot goed”
Het is dit jaar 76 geleden, dat Nederland werd bevrijd. Begin april 1945 werden Schoonebeek en omgeving bevrijd. Gré Schnoing uit Nieuw-Schoonebeek van de Stichting 4 Mei Comité Schoonebeek en Rob Wethly van de Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe kwamen bij elkaar op de begraafplaats in Schoonebeek om te vertellen over hun bezigheden.
“De herdenking moet blijven, het is heel belangrijk”, aldus Gré Schnoing. Rob Wethly is het daar uiteraard hartgrondig mee eens. Hij weet alles te vertellen over de mensen, die in Schoonebeek begraven zijn en vertelt er vol passie over.
Herdenking
De Stichting 4 Mei Comité Schoonebeek is opgericht in 1999. “Daarvoor was er wel een dodenherdenking, maar in dat jaar is er een formeler vorm aan gegeven. Een paar jaar later werd ik secretaris/penningmeester”, vertelt Gré Schnoing. “We organiseren jaarlijks de dodenherdenking in overleg met de Raad van Kerken. Die houdt eerst een bijeenkomst in de kerk, waarna de stille tocht onder begeleiding van De Bazuin naar de begraafplaats plaatsvindt.” Daarbij vervult ook Rob Wethly een rol gezien de oorlogsgraven. De Bazuin speelt er de Last Post.
Georgsmariënhütte
“Tijdens die herdenking”, aldus Gré, “worden kransen gelegd door onder andere onze stichting, de gemeenteraad en de burgemeester van Georgsmariënhütte. Deze plaats in Landkreis Osnabrück was partnergemeente van Schoonebeek toen het nog een zelfstandige gemeente was. Al die jaren was de burgemeester erbij, de contacten zijn altijd hecht gebleven.” Tijdens de herdenking in Georgsmariënhütte leggen het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Emmen kransen.
Jeugd betrekken bij herdenking
Rond de herdenking op 4 mei worden altijd scholen in Schoonebeek, Nieuw-Schoonebeek, Weiteveen en Zandpol bezocht. “We willen graag de kinderen erbij betrekken. Het is belangrijk, dat anderen later ons werk kunnen voortzetten. De herdenking moet blijven bestaan, het is een groot goed.”
Aangepaste herdenking
Dit jaar is de herdenking, net als in 2020, aangepast. Er worden kransen gelegd, maar er zijn geen genodigden en bezoekers.
Normaliter komen er ieder jaar meer mensen bij de dodenherdenking. Een van de nabestaanden van de vliegeniers, Patrick Watts, komt regelmatig naar Schoonebeek. “Als kleine jongen vierde hij in 1943 thuis kerstavond, waarbij de bemanning op bezoek was. De jonge mannen vouwden toen samen met Patrick papieren vliegtuigjes. Zijn vader”, weet Wethly. “is met een Lancaster verongelukt in Nieuw-Schoonebeek.
Luchtoorlog Onderzoek Drenthe
Rob Wethly uit Schoonebeek richtte samen met Peter van der Weide en Harrie Peters de Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe op. “Deze regio was één van de aanvliegroutes, hier is veel gebeurd.” Het werkgebied is de provincie Drenthe en het grensgebied met Duitsland (Landkreis Grafschaft-Bentheim en Emsland).
Passie
Rob was altijd al geïnteresseerd in het onderwerp. De passie ontwikkelde zich toen hij nog in Utrecht woonde en heeft die twintig jaar geleden mee naar Schoonebeek genomen. “Ik wilde toen alvast gaan drentenieren”, grapt hij. “Nee hoor, ik wilde weg uit het westen en heb er geen seconde spijt van gehad.”
Onderzoek
“We vertellen de geschiedenis van de luchtoorlog en de geallieerde vliegers. We onderzoeken de gang van zaken in de breedste zin van het woord en speuren naar nabestaanden om nog meer informatie en foto’s te verzamelen. We werken samen met onder andere de gemeente, provincie en met defensie”, aldus Rob. “Verder geven we lezingen en gastlessen en houden exposities. We zijn verder in het bezit van diverse wrakstukken, die we kunnen tonen. Op verzoek van Twist hebben we eens een expositie in dat dorp gehouden. Die zou twee weken duren, maar de belangstelling was zo groot dat de tentoonstelling uiteindelijk zes weken te zien was. Ook vanuit scholen is belangstelling voor ons werk.”
In de regio zijn allerlei locaties, waar tijdens de luchtoorlog vliegtuigen neerstortten. Bij die locaties staan panelen waarop te lezen is wat er is gebeurd.
“Ik ken de mannen goed”
Van alle personen die in Schoonebeek zijn begraven, weet Rob heel veel. “Ik ken de mannen heel goed. Zo goed, dat ik een beeld kan geven van de mensen die zij waren.”
Tijdens een rondgang langs de graven vertelt hij van alles over deze mensen. “Hier liggen Amerikaanse, Canadese en Australische vliegeniers. Ook is er het graf van Roelof Meijering, een Schoonebeker die bij Dordrecht sneuvelde. Eerder waren er ook zes Amerikaanse graven, maar de lichamen zijn gerepatrieerd naar Margraten in Limburg en naar Amerika.”
Bijzonder verhaal
Bij elk graf is een foto te zien van de veelal zeer jonge mannen, inmiddels ook bij het graf van J.S. Biffen. “Van hem had ik geen foto, maar ik heb alles op alles gezet om dat voor elkaar te krijgen en het is gelukt”, zegt Wethly tevreden.
Via de familie van een andere vliegenier kreeg hij een foto van een groep mannen. Achterop stonden de namen. “Maar ik zag al gauw dat de naam en het gezicht van J.S. Biffen niet konden kloppen, omdat ik details weet over onder meer de uniformen en de functies.” Hij zette zijn speurtocht voort en kreeg contact met een achternicht van Biffen. Zijn gevoel liet hem niet in de steek: hij had gelijk.
Wethly toont een poppy, de bekende klaproos om gesneuvelden te herdenken. “Kijk, die achternicht heeft poppy’s gehaakt voor alle gesneuvelden op de begraafplaats in Schoonebeek. Dat is toch om kippenvel van te krijgen.” Zo viel het laatste puzzelstukje op z’n plaats en is Wethly voldaan.