Uitgelicht: ‘Wandelende encyclopedieën’ nog steeds druk met historie

“We hebben er veel lol aan.” Dat zeggen de heren Jan Lamberts en Chris Butterhoff, die maar wat druk zijn met het vastleggen van de historie van Schoonebeek. “Jan is de wandelende encyclopedie, hij heeft monnikenwerk verricht”, zo zwaait Butterhoff zijn kompaan Jan alle lof toe.

Lamberts heeft jaren geleden de websites www.oud-schoonebeek.nl en www.schoonebeek-historie.nl opgezet. “Die wordt dagelijks door zo’n vierhonderd mensen bezocht”, zegt hij tevreden. Butterhoff is al bijna 25 jaar bestuurslid en archivaris van de oudheidkundige stichting De Spiker. Logisch, dat beide mannen boordevol verhalen zitten. De Spiker is in 1971 opgericht en bestaat dus vijftig jaar. In 1978 is de zandstrooiboerderij Zwaantje Hans-Stokman’s Hof aangekocht, bekend van het gestrooide zandtapijt in het voormalige woongedeelte. Op de voormalige deel is nu een permanente expositie over de oliewinning in Schoonebeek en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Meer gegevens over De Spiker staan op www.zandstrooiboerderij.nl.

Foto: Henk Bohmers

Tijd over

Lamberts werd pas later ‘gegrepen’ door de historie. “In mijn jonge jaren heb ik een jaar of zeven in Libië gewerkt. Ik werkte in de woestijn of op zee op een booreiland. Je werkte of er werd over niets anders dan werk gepraat. Toen ik terugkwam, hoefde ik maar acht uur te werken”, lacht hij. “Ik had dus tijd over. Mijn zus was in die tijd bezig om de familiestamboom uit te zoeken. Ik ging haar daarbij helpen en zo kwam ik in het Drents Archief. Het ging van kwaad tot erger en ik heb uitgezocht wat er allemaal over Schoonebeek was gepubliceerd.” Butterhoff vult aan: “Jan heeft echt vrijwel alles op dat gebied en heeft bovendien alles gedigitaliseerd.”

Samen aan de slag

Butterhoff streek 38 jaar geleden in Schoonebeek neer vanwege werk. Hij toonde meteen interesse in de historie en belandde bij De Spiker. “In 2000 kwam ik in de kelder van het voormalige gemeentehuis, waar een klein archief van de Spiker zat en het was er, door de verhuizing van de ambtenaren naar Emmen, een enorme bende. Ik wilde het laten voor wat het was, maar Jan opperde het idee om samen aan de slag te gaan. Voor het Drents Archief hebben wij alle foto’s gedigitaliseerd die wij op dat moment in ons bezit hadden. Meer dan vijf jaar lang zijn Jan en ik wekelijks naar Assen gegaan om dat in orde te maken. Met een aantal vrijwilligers zijn we vanaf ongeveer 2002 nog steeds elke woensdagochtend bezig met door Schoonebeekers ingebrachte foto’s, documenten en voorwerpen vast te leggen in onze database. We hebben nu een dijk van een archief, dat ondertussen geheel coronaproof is gemaakt.”

Enorme klus

Er staat nog een enorme klus te wachten. Er moeten duizenden dia’s worden ingescand over het Zuidenveld. Butterhoff: “Gelukkig is alles wel op jaar gerangschikt. Dankzij de Rabobank hebben wij computers en scanners gekregen. We waren vorig jaar met een heel stel fijne vrijwilligers met het werk begonnen, maar door corona hebben we nu al een jaar niets kunnen doen. De vrijwilligers en wij balen er enorm van.”

Tentoonstellingen

Er zijn duizenden foto’s beschikbaar, waaronder ook een collectie van de NAM. Jan: “We houden een aantal keren per jaar een expositie in de ‘Waag’nschuur’ bij de boerderij.” De afgelopen twintig jaar zijn er heel veel exposities geweest over Schoonebeeker families, over boerderijen en andere gebouwen en hebben geprobeerd de geschiedenis van diverse Schoonebeeker bedrijven zo goed als mogelijk te laten zien.”

Jan Lamberts – Foto: Henk Bohmers

De mooiste herinnering van Chris aan de exposities is die over de familie Rave en hun garagebedrijf. “Dat gevoel erbij is bijzonder. Elke dag kwamen Geert en Albert Rave naar de expositie om er als het ware audiëntie te houden. Bovendien zorgden zij voor een stoet oldtimers voor de deur. Zij zijn nog steeds dankbaar dat deze expositie werd gehouden en wij ook, er kwamen honderden bezoekers.”

Door de coronaperikelen was de laatste expositie die van zo’n twintig schilderijen van boerderijen in Schoonebeek. Geschilderd door de bekende Drentse kunstschilder Janny Jalving. “Die werden aan ons geschonken via de erven van de kunstenares.”

Meer spullen

Het gaat trouwens niet alleen om foto’s en andere materialen. “Als mensen overlijden, krijgen we van de kinderen vaak allerlei spullen, van kleding tot bijbels. We hebben kastenvol kleding”, vertelt Chris. Jan vult aan: “Het is best belangrijk om eens te laten zien wat de mensen vroeger droegen.”

Verhalen

Beide mannen weten dus veel over de historie. Zo weet Jan, dat er vroeger in Schoonebeek veel werd gedronken. “Rond 1500/1600 waren er wel drie bierbrouwerijen in het dorp. En er waren ook allerlei bijzondere gebruiken en gewoontes in Schoonebeek.”

Door alle werkzaamheden kwamen Lamberts en Butterhoff in contact met veel mensen die zich bezighielden of -houden met de historie, niet alleen van Schoonebeek maar ook van Drenthe.

Zo zijn er verhalen van Gert ten Brinke op de websites van Jan geplaatst, die na registratie op deze sites zijn te lezen.

Chris Butterhof – Foto: Henk Bohmers

Jan Klingenberg was archivaris van de gereformeerde kerk en maakte het mogelijk om van de kroniek van Schoonebeek een boek samen te stellen. Daarnaast was er aandacht voor Egbertus Kast jr. Jan: “Hij schreef veel boeken en maakte mooie verhalen voor diverse bladen, veel artikelen hebben we teruggevonden, ook een aantal handgeschreven verhalen die soms moeilijk te lezen waren. Ik heb al die verhalen bewerkt en overgedragen aan de dochter van Karst, die niets van haar vader had.”

De vrouw van Jan, Riky, is inmiddels overleden, maar ook zij leverde forse bijdragen aan de vastlegging van de Schoonebeeker historie. “Zij herschreef heel wat verhalen en las die voor op RTV Drenthe en bij verenigingen.” Een kleinzoon van Jan heeft reeds toegezegd om de websites van opa te beheren, zodat de voortgang is gewaarborgd. De mannen maken zich wel wat zorgen. “Zoals gezegd, we beleven er veel lol aan, maar we zijn nu al aardig op leeftijd. Het zou fijn zijn als er jongere mensen zijn die ons werk willen voortzetten.”